Algemeen:

  • De tractor moet voorzien zijn van de standaard achterbrug, de standaardbehuizing van de versnellingsbak en een standaard motorblok. De tractor mag zijn voorzien van maximaal 1 turbo.
  • De motor moet uiterlijk origineel zijn.
  • Tussen de motor en het koppelingshuis is een tussenplaat toegestaan, mits deze standaard op de trekker aanwezig is.
  • De aandrijflijn bestaande uit motor, koppelingshuis, versnellingsbak en achterbrug, moeten aan elkaar passen zonder tussenplaten, flenzen of aangelaste delen.
  • De turbo (maximaal 1 druktap/turbo), het inlaatspruitstuk en de brandstofpomp zijn vrij te bepalen.
  • Een intercooler is toegestaan.
  • Het maximale motortoerental is 2700 omw/min. Bij twijfel wordt het toerental gemeten en kan  tot diskwalificatie leiden.
  • De brandstof moet diesel zijn. Anders dan diesel, en toevoegingen in welke vorm dan ook zijn niet toegestaan.
  • Alle onderdelen van de tractor dienen deugdelijk bevestigd te zijn (zoals accu, banden, gewichten)
  • De tractor dient in een deugdelijke staat van onderhoud te zijn, zaken als remmen en stuurinrichting moeten probleemloos werken.
  • Het lekken van vloeistof uit een tractor is verboden. Tractoren met lekkage worden niet toegelaten op het terrein.
  • Brandstof tanken is op het gehele terrein verboden.
  • De deelnemer neemt op geheel eigen risico deel aan de wedstrijd.
  • Turbo’s van tractoren moeten afgeschermd worden met minimaal 2 mm plaatstaal.
  • Tractoren die gebruik maken van een turbo, dienen zo kort mogelijk bij de turbo in de uitlaat 2 bouten M10 (8.8), kruislings op een zichtbare plaats door de uitlaatpijp gemonteerd te hebben. Indien de luchtinlaat naar de zijkant is gericht moet ook hierin een kruis van gemonteerd worden. Bij een uitlaat diameter groter dan 90mm dient er een 2e kruis 45° t.o.v. het 1e kruis gemonteerd te zijn binnen 10cm van het 1e kruis. De bevestiging van de bouten dienen vast te zitten aan de turbo.
  • De tractor moet een toerentalmeetpunt hebben waarbij de sensor direct verbonden moet zijn met een 3-polig Cobo (din9680) inbouw stekkerhuis ter hoogte van de noodstopaansluiting. De draden worden als volgt aangesloten: de massa (blauw) aan de – pin (31), voeding (bruin) aan de + pin (15/30) en het signaal (zwart) aan de kleine pin (82).
  • Minimaal is een heupgordel is verplicht. Indien er een rolkooi op de tractor is gemonteerd dan is dat minimaal een 4 punts gordel en dan is ook het dragen van een helm verplicht.
  • Een noodstop is verplicht en de bediening hiervan dient zich aan de achterzijde in het midden van het voertuig te bevinden, met een maximum van 15 cm uit het midden naar alle richtingen, recht boven het aanhaakpunt op een hoogte van 120 cm boven het aanhaakpunt.
  • De noodstop sluit, indien getrokken, de luchtinlaat af, zodanig dat de motor geen toeren en geen vermogen meer kan op bouwen.
  • Een dodemansgashendel is verplicht en dient zo te werken dat bij meer gas de hendel naar voren moet worden gedrukt.
  • De tractor moet voorzien zijn van een koppelingshuisafscherming. Deze dient te bestaan uit een plaat van minimaal 8 mm staal rondom het koppelingshuis vanaf 30 mm voor het vliegwiel tot 30 mm na het druklager. Het gebruik van een bellhousing of een schervendeken is ook toegestaan, maar dient wel aan alle door de ETPC/NTTO gestelde eisen te voldoen.
  • Een brandscherm tussen het motorcompartiment en de deelnemer is verplicht. Dit dient te lopen vanaf de bovenzijde van de motorkap tot aan de bovenzijde van de ‘torque tubes’, het koppelingshuis of versnellingsbakhuis, en van zijscherm tot zijscherm. Het scherm dient te zijn gemaakt van staal (gebruik van roestvast staal wordt dringend aanbevolen) met een minimale dikte van 2 mm.
  • Het is niet toegestaan met een andere vloeistof dan water in het koelsysteem van de tractor te rijden.
  • Het is verplicht om de tractor in het parc ferme te plaatsen op een vloeistofdicht zeil.
  • Niet verplicht maar wel aangeraden voor (super) sporttractoren:
  • Afscherming van de versnellingsbak
  • Montage van stalen vliegwielen
  • Montage van 2 chassisbalken, van achteras tot aan motorblok en op 3 plaatsen bevestigd.
  • Dragen van brandwerende kleding
  • Dragen van een veiligheidshelm.
  • Rolkooi, indien dit aanwezig zijn voorgaande 3 punten verplicht.
  • Brandblusser op de tractor (min. 1.5 kg)
  • Wit licht achteraan en eventueel een zoemer, die ingeschakeld worden bij het nemen van de achteruitrijdversnelling.

Banden:

  • De wedstrijden zijn opengesteld voor tractoren op rubber banden.
  • Stalen kammen of kettingen o.i.d. zijn niet  toegestaan.
  • Opgesneden Banden zijn toegestaan.
  • De totale breedte van de tractor mag niet meer bedragen dan 300 cm.

Steigerbegrenzer:

  • Steigerbegrenzers zijn verplicht bij tractoren in alle sport klassen.
  • De hefinrichting mag gebruikt worden op voorwaarde dat deze degelijk geblokkeerd is en eventuele aanwezige snel-koppelingen degelijk vergrendeld zijn.
  • De steigerbegrenzer en de trekhaak mogen op geen enkele wijze met elkaar verbonden zijn.
  • De steigerbegrenzer moet de trekker kunnen dragen in de zwaarste gewichtsklasse waarin hij deelneemt.
  • Er mag geen verbinding zijn tussen de hefkogels zoals gatenbalk of rol.
  • De steigerbegrenzer mag geen hinder vormen voor het aanhaken van de sleepwagen
  • De steigerbegrenzer dient te voldoen aan de maatvoering van onderstaande tekening:

Trekhaak:

  • De trekhaak mag geen constructieve verbinding hebben met een punt hoger gelegen dan de hartlijn van de achteras.
  • De trekhaak moet in alle richtingen spelingvrij gemonteerd zijn.
  • De trekhaak dient horizontaal gemonteerd te zijn.
  • De ketting dient verticaal ingehaakt te kunnen worden
  • Indien er sprake is van voorasvering, wordt er gemeten in de laagste stand van de voorasvering
  • Het vaste aanhaak punt dient maximaal 50 cm. hoog te zijn, gemeten vanaf de grond.
  • Een trekhaak korter dan 45 cm. uit het hart van de achteras is niet  toegestaan en mag niet achter de achterwielen uitsteken.
  • Het gebruik van een losse ring of topschalm is niet toegestaan
  • De tractor moet voorzien zijn van een degelijk aanhaak punt aan de voorzijde van de trekker.
  • De trekhaak moet voldoen aan de maatvoering volgens onderstaande tekening:

 

Kantelbeveiliging:

  • De tractor moet voorzien zijn van een goedgekeurde kantelbeveiliging of een veiligheidscabine.
  • Een zelfgebouwde kantelbeveiliging moet voldoen aan de in de Nederlandse wet gestelde eisen.

 

Reclame:

  • Reclame borden zijn toegestaan mits deze niet buiten de tractor uitsteken en het zicht van de bestuurder niet belemmeren. Met uitzondering van de borden draaiend gemonteerd in het wiel, mogen borden niet beweegbaar aan de tractor gemonteerd zijn.

Gewicht:

  • De gewichtsklassen zijn: 2500 Kg en 3500 Kg, De genoemde klassen zijn inclusief het gewicht van de bestuurder.
  • De ballastgewichten mogen maximaal 10 cm achter de achterwielen uitsteken.
  • De ballastgewichten mogen niet hoger dan de achterspatborden bevestigd zijn.
  • De ballastgewichten mogen geen gevaar opleveren voor de bestuurder en sleepwagen bemanning
  • De ballastgewichten mogen de bestuurder op geen enkele manier hinderen in het besturen van de tractor en zicht rondom de tractor. Hefmasten en andere soortgelijke constructies zijn niet toegestaan.
  • De ballastgewichten moeten stevig en niet beweegbaar aan de tractor bevestigd zijn.
  • De Ballastgewichten dienen zodanig bevestigd te zijn dat het voertuig op een veilige manier over de weegbrug kan.
  • De frontgewichten en/of gewichtendrager mogen niet verder dan 85 cm. voor de tractor uitsteken gemeten vanaf de voorzijde grill. Een ruimte van 150 mm breed en 300 mm hoog boven de trekhaak dient vrij te blijven van elk obstakel (incl. gewichten en steigerbegrenzers voor het makkelijk  aan en afkoppelen van de sleepwagen.
  • Het gewicht van de tractor wordt met een op de wedstrijd aanwezige weegbrug bepaald. Deze weegbrug is voor eenieder gelijk en discussie met de weegbrug bemanning is dus niet nodig.